met Eva Meijer
donderdag 4 oktober 2018
Tijdens het luisteren naar de presentatie van dierfilosoof Eva Meijer dacht ik regelmatig bij uitspraken: dát is een mooie eerste regel voor mijn verslag! Er waren vele woorden die klonken als belangrijk en wáár in de sequentie van haar verhaal.
Gek genoeg vind ik die woorden en regels niet terug in mijn aantekeningen. Was ik op die momenten zodanig geboeid dat ik vergat mee te schrijven? Of zat de overtuigingskracht in het moment en in de context – dat weet ik niet zeker. Om daar een antwoord op te kunnen geven zou ik opnieuw een lezing van haar moeten bijwonen, met een tweede oor meeluisteren en naar mezelf en mijn reacties kijken. Tegen die tweede lezing van haar zou ik trouwens geen bezwaar hebben, ook niet als ze in grote lijnen hetzelfde verhaal zou vertellen. Ik heb geboeid geluisterd, en denk dat ik lang niet alle elementen en nuances van haar verhaal heb meegekregen.
Opvallend en van essentieel belang vind ik de wijze waarop Eva Meijer spreekt over mensen en andere dieren, en over niet-menselijke dieren. Een belangrijke bodem onder haar betoog is het uitgangspunt dat wij, mensen, dieren zijn onder de dieren. De manier waarop het bestaan van al die dieren wel of niet ruimte en vorm kan krijgen is een fundamenteel ethische en politieke kwestie, aangezien het huidige menselijke handelen in hoge mate de levens van andere dieren beïnvloedt. Je zou kunnen zeggen dat dierenfilosofie handelt over het beëindigen van de uitbuiting van niet-menselijke dieren, en dat maatschappelijke veranderingen daarin zullen moeten starten bij de menselijke dieren. En uiteraard is het benoemen van ons huidige antropocentrisme daarbinnen ook essentieel.
Het is volgens Eva Meijer sinds een jaar of acht dat dierfilosofen stellen ook dieren een politieke stem te geven. De bijbehorende illustraties van het bewustzijn van dieren hoorde ik als overlappend met de evolutionaire ethologie zoals Frans de Waal die benoemt in boek Zijn wij slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn. Bij het beluisteren van de presentatie van deze avond vlogen mij ook de eigen voorbeelden door het hoofd – observaties van gedomesticeerde dieren en van vrije dieren: dieren die mensen of andere dieren te slim af zijn, dieren die rouwen, dieren die mokken, dieren die de zaakjes in hun groep in goede banen proberen te leiden en daar wel of niet in slagen.
Gek genoeg, ondanks die herkenning van verhalen, afwegingen en ideeën waren er ook momenten dat ik afhaakte. Dan zag ik de ploeterende mens in haar vele hoedanigheden voor mijn geestesoog, en leek spreken over politieke dierenfilosofie die mens onrecht te doen. Natuurlijk is dat onzin. Het lijkt me geen kwestie van keuzes, maar van gelijktijdigheid. En specialisatie verlangt het maken van een duidelijke uitsnede. Toch wrong het soms. Gelukkig maakte Eva Meijer in het slotgesprek duidelijker onderscheid tussen haar persoonlijke doelen en keuzes en die van andere menselijke dieren. Daarmee kwam aan het einde die balans alsnog helemaal goed.
Eva Meijer is dierfilosoof, recentelijk is ze begonnen met een vierjarig postdoctoraal onderzoek naar agency van dieren aan de Universiteit van Wageningen. Ze publiceerde onder meer de boeken Het vogelhuis, De soldaat was een dolfijn, en Dierentalen.
Over de auteur
Trees Steeghs ontwerpt, organiseert en verzorgt multidisciplinair cultuuronderwijs waarin taal centraal staat. De betekenis die het maken en ervaren van kunst in het dagelijkse bestaan kan hebben, praktisch, en theoretisch, is daarin altijd belangrijk.