met Norbert Peeters
donderdag 9 januari 2020
Filosoof Norbert Peeters kwam vroeger als stadsjochie in het Omniversum, waar hij de wildernis leerde kennen, die hij niet vond tussen de stoeptegels. Inmiddels heeft hij een volle baard (wat is een filosoof zonder baard?) en presenteert hij ons een inkijkje in zijn vakgebied, de botanische filosofie. Is dat filosofie over planten? De natuur? Hij en één andere man in Mexico zijn de enige die hun beroep hebben gemaakt van het filosoferen over de betekenis van de grond onder onze voeten.
Vanuit ligstoelen bekijken we eerst op het imposante koepelscherm de natuurfilm Voyage of Time van Terrence Malick, daarna presenteert Peeters ons zijn verhaal.
Als eerste stelt Norbert dat de filosofie meer aandacht verdient in de stad van het debat: Den Haag. Dat ben ik met hem eens. Filosofie dient om grip en duiding te krijgen op wat er gebeurt in het leven. Vragen als ‘Waartoe is de mens?’ en ‘Wat is de rol van de mens in de natuur?’ en eigenlijk vragen rond het bestaan van alle leven, zijn belangrijke grote vragen.
Planten krijgen dankzij de botanische filosofie meer spotlight, want planten worden veelal door mensen eigenlijk als een decorstuk beschouwd: we zien een foto van een leeuw liggend op een tak in een boom. Volgens Norbert kijken wij mensen eigenlijk alleen naar de leeuw. Hoe de boom eruitziet of het landschap eromheen gaat aan ons voorbij. Eigenlijk, zegt hij, is de omgeving is net zo aanwezig als de leeuw die zich daarin bevindt. Alleen associëren we ons meer met het dier. Dat komt door onze eigen ontstaansgeschiedenis.
In monotheïstische religies, zoals het christendom als basis van onze westerse cultuur, is de plant ook ondergeschikt aan dieren. In de allegorie van de Ark van Noach bijvoorbeeld mochten alle levende dingen in paren mee aan boord, maar de planten werden in de grond gelaten. Planten zijn ook levende wezens. Ze leven, bewegen, streven en ervaren ook. Het groen ging vervolgens op in de vloed, maar toen het tij keerde, kwam het schip in een groen, levendig landschap aan land.
Wij zijn er, volgens Norbert mede dankzij de plant. We hebben zowel dierlijk als plantaardig voedsel nodig. Ook medicijnen zijn gesynthetiseerd uit planten.
De vezels van onze kleding: planten. Een gebouw bestaat uit hout. Zo gaan we een rijtje van zaken af, waar planten een belangrijke rol in spelen. Ja… onze leefomgeving is niet een vanzelfsprekend gegeven.
Vier miljard jaar geleden kropen de eerste plantjes uit de grond. In navolging van Adolphe Brongniart (1801-1876) en daarop volgend Charles Darwin (1809-1882) houdt ook Peeters zich bezig met plantenevolutie. Charles Darwin leerde dat de natuur heel traag evolueert. Peeters neemt ons vol enthousiasme mee van het verre begin tot nu en vertelt over de eerste soorten tot de nieuwste plantensoorten af tot in de kleine details. Inclusief Latijnse namen en biologische vaktermen. Ik vraag me af hoeveel biologen er in de zaal zitten.
Planten planten zich ook voort, zowel vegetatief als seksueel: “Als het nat genoeg is in uw tuin, dan zwemt een beweeglijke mannelijke cel naar het parasolletje.” Ik glimlach.
Hij stelt ons ook de vraag of wij de grote actor zijn in het domesticeren van planten? Is de plant een passieve volgeling of heeft de plant ons gedomesticeerd?
Hij legt ons een denkexperiment voor. Stel: Er komt een alien langs op aarde en ziet een man een hond uit ziet laten, denkt de alien dat de man de hond uitlaat of de hond de man. De man zit aan dezelfde lijn en rent achter de hond aan. De hond volgt zijn neus, poept en plast en de man ruimt het ‘achter zijn kont op’.
Planten maken 40% van ons dieet uit.
Wij zorgen dat bepaalde plantjes kunnen gedijen en die planten zorgen ervoor dat wij kunnen voortbestaan, door hun grote aandeel in ons dieet.
We zitten in een co-existentie.
Daarom moeten we meer respect hebben voor de plantjes.
Over de auteur
Lotte Linthorst is één van de jongerenambassadeurs van Filosofie in Den Haag. Zij rondde in 2016 haar VWO af met een profielwerkstuk getiteld Levenskunst op school. Momenteel studeert ze Liberal Arts and Sciences aan de Universiteit Utrecht. Ze is sinds 2017 vrijwilliger bij The School of Life in Amsterdam. Ook schrijft ze poëzie en is onderdeel van de Poetry Circle 010 in Rotterdam en werkt in de horeca.