met Jeroen de Ridder
donderdag 25 februari 2021
Nepnieuws lijkt van alle tijden, maar in de digitale tijd waarin wij leven lijkt nepnieuws zich vaker aan ons op te dringen. De vorige president van de VS heeft door veelvuldig te spreken over ‘fake news’ het debat over waarheid, nieuws en nepnieuws een stevige impuls gegeven. Jeroen de Ridder, universitair hoofddocent filosofie (VU Amsterdam), bijzonder hoogleraar christelijke filosofie (RU Groningen) en voorzitter van De Jonge Akademie (KNAW), nam ons op een interactieve manier mee in de vraag of nepnieuws nu eigenlijk nepnieuws is.
De eerste vraag die op tafel komt is wat nepnieuws eigenlijk is. De Ridder start met een aantal stellingen via Mentimeter om de deelnemers van vanavond mee te nemen in de thematiek van deze avond: is nieuwsbericht A nepnieuws? En wat te denken van foto B?
Daarna volgen een aantal betekenissen van nepnieuws:
- De oorspronkelijke betekenis: hierin gaat het primair om politieke propaganda. Het gaat om berichten die er uit zien als nieuws, maar feitelijk in de wereld zijn gebracht om politieke doelen te bereiken (bijv. stemmen winnen). Het ziet eruit als nieuws, maar is feitelijk onwaar.
- Commerciële clickbait: sensationele koppen en berichten. Deze vorm van nepnieuws heeft geen politiek doel, maar is simpelweg uit op het verdienen van geld.
- Samenzweringstheorieën: deze zijn soms politiek, soms zelfs bijna wereldbeschouwingen. Het vormt als het ware een parallelle ‘waarheid’.
- Nieuws dat de spreker niet bevalt en daarom wordt verdraaid door de zender van nepnieuws: Donald Trump is hier een exemplarisch voorbeeld van.
De Ridder maakt een aantal opmerkingen bij deze opsomming. In de eerste plaats lopen de genoemde categorieën vaak door elkaar. Als we spreken over nepnieuws, over welke categorie nepnieuws hebben we het dan eigenlijk? Ten tweede is nepnieuws er vooral bij gebaat dat het veel gedeeld wordt. Het derde is dat de lijn tussen echt nieuws en nepnieuws niet altijd helemaal scherp is. Dan is er ook nog zoiets als ‘eerlijke fouten’: is een vergissing ook nepnieuws?
In het tweede deel van zijn lezing, zoomt De Ridder in op de oorspronkelijke betekenis van nepnieuws (politieke propaganda). Hij noemt drie verschillende strategieën die makers van nepnieuws inzetten om nepnieuws te verspreiden.
- Verleiden en manipuleren. Plato’s Gorgias is een mooie illustratie van wat er in deze strategie gebeurt: als mensen mogen kiezen, kiezen ze voor het meest aantrekkelijke. Daarom spelen makers van nepnieuws in op emoties en behoeften, zodat mensen meegaan. Er lijkt niks nieuws onder de zon.
- Propaganda en censuur. Bepaalde informatie wordt bewust onderdrukt, andere bewust gepromoot. Deze strategie vereist een totalitaire macht die alle informatiekanalen beheerst. Denk aan totalitaire staten, maar ook aan ‘technologische insluiting’, zoals bijvoorbeeld in (delen van) de VS te zien is: Democraten en Republikeinen worden enkel bereikt met eigen politiek gekleurd nieuws. De Ridder citeert in dit verband Hannah Arendt: “[the masses would] believe everything and nothing, think that everything was possible and that nothing was true.”
- Informatieoorlog. Deze strategie is er niet op uit om mensen te overtuigen van een bepaald standpunt, maar op het zaaien van totale verwarring en ontwrichting. Als niemand meer goed onderscheid kan maken tussen betrouwbare en niet-betrouwbare informatie, wat blijft er dan nog over? Het is dan het meest waarschijnlijk dat mensen geloven wat anderen om hen heen ook geloven.
Naar aanleiding van deze opsomming peilt De Ridder bij de deelnemers welk van deze strategieën nu eigenlijk het ‘ergst’ is. Hoewel er verschillende meningen zijn, gaat de meeste aandacht uit naar de tweede en derde strategie. De Ridder neigt er zelf naar de grootste uitdagingen te zien in de derde strategie, want als veel informatie onzeker of onbetrouwbaar is, dan raakt dat aan een fundament van de samenleving: waarheidsvinding wordt irrelevant, het redelijke debat doet er niet meer toe… Het vertrouwen in traditionele bronnen wordt ondermijnd. Hoe kan dat vertrouwen terugkomen?
Tot slot, tijdens het derde deel van de avond, stelt Jeroen de Ridder aan de orde of nepnieuws nu eigenlijk een nieuw fenomeen is. Wat betreft de inhoud valt het wel mee. Al in de 17e eeuw in Engeland werden er ‘newsbooks’ met misleidende berichten geschreven. Wat betreft de verspreiding en de invloed van nepnieuws is er geen sprake van een tsunami aan nepnieuws waar we massaal in zijn gaan geloven, eerder gaat het vaak om een selecte groep. Wat er wel nieuw is aan tegenwoordig nepnieuws is de onderliggende technologie. Wat er vooral aan de hand is? Nepnieuwsverspreiders maken slim en effectief gebruik van internet en sociale media. Met name via algoritmen proberen succesvolle producenten van nepnieuws hun invloed te vergroten.
Kortom, nepnieuws is geen totaal nieuw fenomeen. De inhoud is niet wezenlijk veranderd, de verspreiding is niet gering, maar ook niet enorm. Wat er anders is, is het slimme gebruik van technologie en de impact daarvan. Deze ontwikkeling is wel degelijk een reden tot zorg. Tegelijkertijd is De Ridder ook optimistisch: er gebeurt veel om informatie zuiver te houden, denk bijvoorbeeld aan het ingrijpen van Twitter om het account van Trump te verwijderen. Jeroen de Ridder besluit daarom: we hebben het probleem van nepnieuws steeds beter in het vizier en er wordt hard aan gewerkt om informatie zo zuiver mogelijk te maken. Dat is een reden voor optimisme.
Verder lezen? Jeroen de Ridder, Rens Vliegenthart en Jasper Zuure (eds.), Doen, durven of de waarheid. Democratie in digitale tijden. Amsterdam: Amsterdam University Press, 2020. Online beschikbaar via: https://www.dejongeakademie.nl/nl/projecten/projecten/doen-durven-of-de-waarheid
Deze lezing werd georganiseerd door Filosofie in Den Haag en LUX Den Haag.
Over de auteur
Rik Zwalua studeerde Religiewetenschappen (MA, Universiteit Utrecht) en Theologie (MA, Protestants Theologische Universiteit Amsterdam/Groningen). Momenteel is hij werkzaam als coördinator bij LUX Den Haag en als beleidsmedewerker bij De Haagse Hogeschool.