met diverse sprekers
zaterdag 17 april 2021
De jubileumeditie van de Haagse Nacht van de Filosofie vond dit jaar volledig online plaats. Het thema was ‘De natuur was hier’. We kozen drie perspectieven om naar het thema te kijken: dat van de biologie en milieu, van de kunst en wetenschap, en dat van de toekomstige generatie.
Middagprogramma
Wat een mooie beslissing, om de Nacht van de Filosofie te starten met een openbare sessie Filosoferen met kinderen, al was het maar omdat de Nacht samenvalt met de laatste dag van de Week van de Kinderfilosofie. Kinderboekenschrijver Bibi Dumon Tak schreef ter ere van de Maand van de Filosofie het kinderboek de eik was hier – over een echt bestaande tweehonderdjarige eik. Door de referentie aan het thema van deze Maand wordt eik ook symbool voor natuur.
Dumon Tak benoemt filosofie onder meer als “Je hersenen daar naar toe laten gaan waar ze anders nooit komen”. Daarom, besloot zij, zou ze in dit boek voor de Maand zichzelf leren denken als een boom. Hoe ze dat doet – dat laat ze in het voorlezen uit het de eik was hier horen.
Op het podium, aan tafel, zitten drie kinderen van een basisschool, die al sinds jaar en dag oefenen met filosoferen in lessen door Marianne Scheeper. Marianne is gespreksleider. Alleen al in de eerste reactie op het verhaal ove eik verschillen de kinderen overduidelijk van elkaar. De eik blijft stilstaan (1), De boom was alleen, heeft geen vrienden (2), en de boom was alleen maar verveelde zich niet. Hij keek naar de mensen. Hij was alleen, maar vond dat fijn (3).
Het gesprek met en tussen de kinderen gaat onder meer over stilstaan versus vliegen. “Als je stil staat is het voorbij. Dat kan fijn zijn of niet.” “Met bewegen kun je meer doen, eigenlijk.” Later komt de vraag ter tafel of een boom nog leeft als hij is omgezaagd. Zit het leven in de stam, in de wortels of misschien wel in allebei? “ De wortels zijn ook deel van het leven”, is een van de uitspraken daarover.
In de loop van het gesprek passeren zaken als leven en dood, stilstaand, aandacht, ouderdom, verveling, opa’s, en meer. En met de uitsmijter komt er zelfs zicht op leven na de dood, via de eikels van de boom waaruit nieuwe bomen groeien. “Die bomen zijn kinderen van de boom. De boom groeit opnieuw, maar in een ander leven.” En dat daar een parallel ligt tussen kinderen van bomen en kinderen van mensen – dat weten deze kinderen heel erg goed!
De Jonge Denkers
Ook jongeren namen plaats op het podium van de Haagse Nacht van de Filosofie. Robin, Jenny, Kalina, Liselot en Tibor namen achtereenvolgens met hun essays plaats achter de microfoon. Wat deden ze dat goed. Luisteren naar de denkwereld van deze jongeren was een mooie stap van de kinderen die openden naar de masterstudenten van de Erasmus die later het spits van de avond afbeten. Zo kregen we daadwerkelijk een Nacht waarin het denken klonk van vele generaties.
Niet alleen stonden de scholieren voor dat kleine – veel engere! – publiek met op z’n minst de schijn van zelfvertrouwen, ook moesten ze daarbij voortdurend tegen hun eigen gezicht aankijken op het grote tv-scherm waarachter de filmer verscholen zag. Je zal het maar te doen krijgen, op die leeftijd! Elk van de jonge sprekers gebruikte in het betoog een metafoor.
Robin vertelde over hoe de natuur van Alles tot Grondstof verworden is. Hij bespreekt de wereldwijde crisis, die alleen maar wereldwijd kan worden opgelost. Hoe kijken toekomstige generaties naar ons – is zijn slotvraag. ;Laten we een kapotgetrapt speelveld achter, of zullen we tijdig stoppen?
Jenny vergelijkt de CRISPR-cas techniek (genetische manipulatie) met traditionele manipulatie via het kruisen van planten, en betoogt dat de nadelen voor gemanipuleerde planten net zo hard gelden voor gekruiste planten – namelijk: de plant die zich door stuifmeel zelf verder verspreid. Haar betoog is een pleidooi voor het vergroten van de ruimte voor CRISPR-Cas.
Kalina start met COVID-19, en de dierenmarkten. Ze noemt een definitie van natuur, “in de volksmond”, alles dat onaangeraakt is door de mens”. Dat wij zelf ook natuur zijn willen we niet weten, want daar zijn wij zijn te goed, te bijzonder voor. Specifiek voor de mens is dat we betekenis kunnen geven. De natuur maakt dat niet uit, die betekenis niet, en de klimaatcrisis niet. Sommige soorten sterven uit, en anderen blijven. En wij, de mensheid, gaan gewoon dood.
Liselotte plaatst natuurlijk (niet of nauwelijks aangetast door mensen) tegenover onze synthetische werkelijkheid, en naast de digitale werkelijkheid. Bij die laatste verwijst ze naar het begrip hikikomori (meest) jongeren in Japan die werkelijk nooit meer buiten komen. Dan is zelfs de geografische werkelijkheid geheel opgeheven. Ook zij constateert dat de natuur onverschillig is jegens ons vernietigende gedrag. Ons maakt het niet uit. De aarde, de natuur, gaat wel door. Ons staat het water aan de lippen. Wij moeten uit onze bubbel.
Tibor bespreekt het duo cultuur & natuur. Hij zet de blik van een kunstenaar op een bos naast de blik van een bioloog op datzelfde bos. Waar de wetenschapper licht ziet, en trillingen, ziet de kunstenaar kleur, en ruikt hij geuren. Moeten we kiezen tussen die twee perspectieven? Tibor betoogt dat we onszelf kunnen redden door uit de óf óf positie te stappen. Wij zijn deel van de natuur, in plaats van dat we daarboven zouden staan. Dat erkennen is accepteren dat cultuur en natuur hand in hand gaan. Cultuur én natuur.
Avondprogramma
“Nature is not a place to visit. It is home.” Deze woorden van de Amerikaanse dichter Gary Snyder raken aan de kern van deze jubileumeditie van de Nacht van de Filosofie in Den Haag. Het thema van deze avond ‘de natuur was hier’, is gekozen om vragen te op te werpen over de invloed van menselijk handelen op de wereld om ons heen. Filosofen noemen ons tijdperk het Antropoceen: de sporen van menselijk handelen vinden we overal in- op en om de aarde terug. Hierdoor zien we delen van de natuur in rap tempo verdwijnen: soorten sterven uit, leefgebieden van zowel mensen, dieren als planten worden verwoest en ondertussen gaan we door zoals we gewend zijn met produceren en consumeren. Daarom is het nodig om zowel ons denken over- als onze omgang met de natuur eens goed onder de loep te nemen. En dat gebeurt grondig deze avond. Zowel studenten, kunstenaars als doorgewinterde filosofen werpen vanuit verschillende perspectieven licht op de relatie tussen de mens en zijn omgeving.
Masterstudenten van de Erasmus Universiteit lezen essays voor die zij onder leiding van Daan Roovers en Marli Huijer schreven voor het vak ‘Public Philosophy’. Zo ook Bernhard Lafontaine (Ma) bijvoorbeeld die stelt dat we een alternatief systeem nodig hebben dat niet gestoeld is op constant consumeren maar leert van de natuur hoe wij onze politiek, samenleving en onszelf kunnen aanpassen aan de wereld om ons heen. Of Max Wassink die ons oproept om uit het digitale netwerk van informatie en geldstromen te breken van de controle maatschappij waarin we leven en echte verandering door te voeren in de fysieke ruimte waarin we samenkomen om duurzame alternatieven te vinden.
Jules van Beurden (Ma) neemt ons mee naar de bossen van Walden Pond, 1852. Tijdens haar denkbeeldige wandeling met de Amerikaanse essayist en filosoof Henry David Thoreau, komt zij erachter dat wij de wildernis (natuur) alleen kunnen beschermen door haar te waarderen. Dit vraagt ons om de natuur met een onverschrokken houding en zonder specifiek doel voor ogen tegemoet te treden, en ruimte te maken voor het onvoorspelbare.
Natuur als intersoortelijke ruimte
De terugkeer van de wolf in Nederland laat zien dat dit niet altijd even makkelijk is. De reacties hierop in de samenleving zijn zeer verdeeld. Vanuit de esthetiek laat Ruben Visser (Ma) ons zien dat dit niet zozeer ligt aan de wolf zelf maar aan de afstand die we innemen tegenover het sublieme (de overweldigende natuur) en de voorkennis die mensen hebben over de wolf (en de natuur in het algemeen).
Volgens Martin Drenthen – milieufilosoof aan de Radboud Universiteit Nijmegen – stelt de terugkeer van de wolf ons voor nog een dilemma: op welke manieren kunnen wij als mens samenleven met de wilde natuur? In Nederland hebben wij aangewezen gebieden voor ‘de natuur’ achter hekjes en wildroosters, daarbuiten is het land van de mens. De wolf houdt zich echter niet aan onze regels, waardoor cultuur en natuur door elkaar gaan lopen – al zit die scheiding vooral in ons hoofd, volgens Drenthen. We delen het landschap namelijk met heel veel andere soorten wezens, waar we ons soms niet van bewustzijn. De terugkeer van de wolf werpt de ethische vraag op of wij als mensen bereid zijn om plek te maken voor andere organismen? Zijn wij bereid om het wilde en onvoorspelbare weer een plek te geven in ons leven? Eco-semiotiek kan ons hierbij helpen: dit is een wederzijds leerproces waarin verschillende behoeftes op elkaar afgestemd worden. Op die manier kunnen we hekken neerzetten met een beetje stroom erop bijvoorbeeld als communicatiemiddel naar de wolf: hier kun je beter niet jagen. Het is een hulpmiddel om het landschap te navigeren, net zoals we wandel- fiets- en paardenpaden hebben. Als we landschap kunnen zien als de gelaagde intersoortelijke ruimte die het is, stelt Drenthen, kunnen we de natuur misschien weer als ons thuis zien. Een thuis dat we delen met miljoenen andere levende wezens die evenveel behoefte en belang hebben bij een leefbare aarde als wij.
Afstemmen op de omgeving
Volgens Kees van Dam (Ma) kunnen we om deze behoeften op elkaar af te stemmen het best in navolging van Bruno Latour spreken over ‘het Aardse’. Alles binnen het aardse heeft belangen en kan handelen en beïnvloedt elkaar zo. Zo vervalt ook de eeuwenoude scheiding tussen techniek en natuur nu we in het Antropoceen zien hoeveel invloed onze techniek heeft op de wereld die we doorgeven aan nieuwe generaties. Daarom moeten we leren onze belangen af te stemmen op onze omgeving, we moeten vertragen en aanpassen zodat we langzaamaan onze plek binnen het Aardse kunnen vinden, in evenwicht met al het andere.
Een mooi voorbeeld van techniek die dit evenwicht waarborgt is de SunGlacier van kunstenaar en uitvinder Ap Verheggen. Hij laat zien hoe we door creativiteit en wetenschap te bundelen tot nieuwe technologie kunnen komen die de leefbaarheid van de planeet vergroot. Zijn uitvinding gebruikt zonne-energie in droge gebieden om vocht uit de lucht om te zetten in drinkwater. Hij past zijn technologie aan op de omgeving om te anticiperen op verdere klimaatveranderingen. Volgens Verheggen kan iedereen bijdragen aan een betere toekomst voor de planeet maar moeten we hiervoor nieuwe wereldvisies ontwikkelen en daarmee moeten we vandaag al beginnen.
Ook beeldend kunstenaar Esther Kokmeijer opereert waar wetenschap en kunst samenkomen om nieuwe inzichten te verwerven. In al haar werk spelen de Global Commons een belangrijke rol. Dit zijn de wereldwijd gedeelde natuurlijke bronnen: de oceanen, de atmosfeer, het heelal en Antarctica. In haar werk zoekt zij naar de verhoudingen tussen mensen en deze Commons. Hoe beïnvloeden zij elkaar? Hoe mogen wij de natuur, de wildernis die van iedereen en van niemand in het bijzonder is, gebruiken?
Luisteren naar de ander
Om dit te kunnen beantwoorden moeten we eerst weten waar we het over hebben als we spreken van ‘wildernis’ of ‘natuur’, stelt filosoof en kunstenaar Eva Meijer. Dit jaar schreef zij vanaf Vlieland het essay voor de Maand van de Filosofie rondom deze vraag. Is natuur dat wat zich aan de mens onttrekt? Maar in Nederland wordt ‘de natuur’ aangelegd en beheerd, zij is niet vrij van menselijke inmenging. Hoe mensen over de natuur denken bepalend voor hoe zij ermee omgaan, legt Meijer uit. Daarnaast zijn begrippen als natuur en cultuur gevormd door lokale geschiedenis, zij gelden niet universeel. Bovendien zitten ze vaak vast aan oude machtsverhoudingen van uitsluiting en onderdrukking en worden ze niet als gelijkwaardig gezien, cultuur staat vaak boven natuur. Daarnaast worden ‘natuur’ en ‘cultuur’ als tegengestelden gezien maar in de praktijk overlappen zij vaak. Kijk maar naar de mens zelf. Wij zijn door en door natuur, denk alleen al aan de microprocessen in ons lichaam die uitgevoerd worden door bacteriën. Tegelijk zijn we ook door en door sociaal. Daarom is het belangrijk dat we die tegenstelling loslaten en onszelf als deel zien van het grotere plaatje waarin alles met elkaar verweven is als een groot tapijt (denk aan het Aardse van Latour). We moeten leren samenwerken met andere organismen. Daarvoor is een nieuwe houding nodig, we moeten leren kijken en luisteren naar de ander. Achter het begrip natuur ligt de hele wereld, inclusief onszelf. Daarom is het nodig dat we als samenleving een andere houding aannemen tegenover de wereld om ons heen en ons idee van natuur herzien zodat zij niet meer losstaat van ons maar door en door deel is van ons bestaan. En dat is niet makkelijk, maar wel noodzakelijk: ‘Nature is not a place to visit. It is home.’
Over de auteurs
Trees Steeghs (verslag middagprogramma) ontwerpt, organiseert en verzorgt multidisciplinair cultuuronderwijs waarin taal centraal staat. De betekenis die het maken en ervaren van kunst in het dagelijkse bestaan kan hebben, praktisch, en theoretisch, is daarin altijd belangrijk.
Sophia van Tol (verslag avondprogramma) studeerde Wijsbegeerte in Utrecht (Ba) en Filosofie en Maatschappij in Groningen (Ma). Momenteel is zij werkzaam als redacteur voor de Internationale School voor Wijsbegeerte waar zij boeken redigeert en nieuw verschenen filosofieboeken recenseert.