Spinoza uitgedaagd

met Henk Nellen, Wiep van Bunge en Jeroen Vervliet

zondag 23 oktober 2022

Deze middag reisden we af naar de 16e en 17e eeuw, naar het denken van Benedictus de Spinoza, filosoof, en Hugo de Groot, rechtsgeleerde en schrijver. Hugo de Groot, Grotius, die in ons eigen Den Haag een straat kreeg in het Zeeheldenkwartier in plaats van tussen de staatslieden.

Internationaal staat Den Haag bekend als Stad van vrede en recht. In het programma Spinoza Uitgedaagd komt deze vraag op tafel: Wie zou er méér in aanmerking komen model te staan voor de Stad van vrede en recht: filosoof Spinoza, of rechtsgeleerde en schrijver Grotius? Over deze vraag, bedacht door Jeroen Vervliet vanuit zijn rol bij Stichting Spinoza Den Haag, pitchten twee deskundigen hun overwegingen in het eerste deel van het programma. Na de pauze kwam ook het publiek aan het woord, met vragen en visies.

De twee deskundigen spraken elk een pleidooi uit. We luisterden naar Henk Nellen van wie in 2007 een biografie over Hugo de Groot (Grotius) verscheen onder de titel Hugo de Groot: een leven in strijd om de vrede 1583-1645. En we luisterden naar Wiep van Bunge, hoogleraar Geschiedenis van de wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en kenner van het werk van Spinoza.

Beide inleiders introduceerden hun protagonist met verve en veel details. De wijze waarop Hugo de Groot zich met oorlogsrecht bezighield en daarin eerste stappen van humanisering zette; de manier waarop ook bij Spinoza het begrip oorlog nooit ver weg was, en hoe dat voortkwam uit drie fundamentele crises die er in zijn tijd speelden. De wijze waarop Grotius de religieuze grondslag van de samenleving beschouwde maar niet verwierp, en dat Spinoza van mening was dat theologie verdeeldheid creëerde.  Grotius die grote aandacht had voor het natuurrecht, Spinoza die de wetenschap zag als drager van de redelijkheid. En beiden die het verklaren of voeren van oorlog niet in alle omstandigheden en niet definitief afwezen.

Daarna herformuleerde Jeroen Vervliet nogmaals, met verve én met angels, zijn vragen. Kan Spinoza die geen belangenbehartiger was van internationaal recht eigenlijk wel een icoon worden voor een internationale status? Is juist Grotius met een rudimentaire start van het denken over mensenrechten niet juist meer passend daarvoor? Of – ligt het toch anders dan dat?

Na de pauze volgde er een nieuw denkspoor – is er een splitsing denkbaar tussen enerzijds het lokale en nationale (Spinoza) en anderzijds het internationale (Grotius) in het denken over een icoon voor Den Haag als stad van vrede en recht? Rechtsstatelijkheid en internationaal recht komen naast elkaar te staan. Het belang van stabiliteit die de menselijkheid ten goede komt naast Volkerenrecht en het natuurrecht.  Waar er onrecht is gedaan mag oorlog ingezet als middel om recht te halen. En ook Spinoza vindt dat er redenen zijn om het zwaard te mogen trekken – oftewel: er kan grond voor oorlog zijn.

De zaaldiscussie start met beelden van hedendaagse politiek – acties tegen vluchtelingen bij Hotel Albergen, en boze boeren. Zaalvragen over het denken van Grotius gerelateerd aan slavernij en kolonialisme zorgen voor nieuwe complicaties. Ik had gehoopt dat dit niet aan de orde zou komen, zei Henk Nellen daarover. Niet omdat het een verboden onderwerp zou zijn, maar vanwege de vertroebeling van het gesprek. Wel zou dit bij een mogelijke iconisering hindernissen kunnen opwerpen.

Zoals het een goed filosofisch gesprek betaamt: de middag eindigde met nieuwe vragen: Spinoza koos voor onafhankelijkheid, en weigerde patroonschappen.  Hij wilde ver van de macht blijven. Ik heb geleefd als een slang die in zijn eigen staart bijt – zei hij over zichzelf. Zou hij dan wel blij zijn geweest met een uitverkiezing als internationaal icoon? Met die wellicht retorische vraag beëindigde Wiep van Bunge het gesprek van de dag.

Over de auteur
Trees Steeghs ontwerpt, organiseert en verzorgt multidisciplinair cultuuronderwijs waarin taal centraal staat. De betekenis die het maken en ervaren van kunst in het dagelijkse bestaan kan hebben, praktisch, en theoretisch, is daarin altijd belangrijk.